The presenter has activated the presenter mode. Would you like to follow?
Follow presenter
You are following the presenter.
Stop following presenter
Kinderen spelen steeds minder buiten!
Twee van de belangrijkste oorzaken hiervan zijn de verdichting van de stad en de dominante rol van de auto in ons straatbeeld. Beide hebben veel impact op de inrichting van de, steeds schaarser wordende, openbare ruimte. Geschat wordt dat tegen 2050 ongeveer 70% van de wereldbevolking in steden zal wonen, een groot deel hiervan zullen kinderen zijn.
Kinderen zijn een belangrijke groep gebruikers van de openbare ruimte welke vaak nog worden vergeten bij de inrichting hiervan. Met mijn onderzoek wil ik op een andere manier naar de stad kijken, namelijk door de ogen van kinderen. Want als we vanuit dit perspectief kijken voldoet de openbare ruimte dan? Is het er veilig, daagt het uit tot spelen en ontmoeten?
De uitspraak van Gil Peñalosa intrigeert en inspireert mij hierbij.
"Children are a kind of indicator species. If we can build a successful city for children, we will have a successful city for all people”.
Als ruimtelijk ontwerper vraag ik mijzelf af wat de rol is van de openbare ruimte in de afname van het buitenspelen bij kinderen? Waaraan zou deze ruimte moeten voldoen, wat zijn de ontwerpvoorwaarden, en hoe kunnen we deze zo inrichten dat de intrinsieke motivatie voor het spelen in de openbare ruimte gestimuleerd wordt? Openbare ruimtes waar spelen, bewegen en ontmoeten fungeert als ruggengraat van de leefbare stad.
Met mijn onderzoek kom ik tot 6 ontwerpvoorwaarden welke voor mij aan de basis staan voor een kindvriendelijk en sociale stad voor haar toekomstige bewoners. De brede context van deze voorwaarden, van agenderen op beleidsniveau tot de fysieke condities op plek niveau, leiden tot een interdisciplinaire opgave van spelen in de openbare ruimte. Met mijn ontwerp wil ik gemeenten, stadsmakers en belanghebbende inspireren en activeren om met andere ogen naar de publieke ruimte te kijken.
Door toeval ben ik tijdens de start van de afstudeerperiode, door een lezing van de Urbanisten op de HKU, in aanraking gekomen met het project Hofbogenpark. Dit is een van 7 grote stadsprojecten in Rotterdam welke een bijdrage gaan leveren aan de klimaatdoelstellingen in de stad. Het Hofbogenpark is een twee kilometer lang dakpark dat 3 wijken aan elkaar zal gaan verbinden. Dit soort grote groen projecten bieden een enorme kans voor kinderen in de stad en hebben juist deze blik nodig om spelen te inbedden vanaf de start. Op deze casus heb ik de ontwerpvoorwaarden, welke voort zijn gekomen uit mijn onderzoek, geplot om tot een interventie te komen welke spelen, bewegen en ontmoeten stimuleert.
Twee van de belangrijkste oorzaken hiervan zijn de verdichting van de stad en de dominante rol van de auto in ons straatbeeld. Beide hebben veel impact op de inrichting van de, steeds schaarser wordende, openbare ruimte. Geschat wordt dat tegen 2050 ongeveer 70% van de wereldbevolking in steden zal wonen, een groot deel hiervan zullen kinderen zijn.
Kinderen zijn een belangrijke groep gebruikers van de openbare ruimte welke vaak nog worden vergeten bij de inrichting hiervan. Met mijn onderzoek wil ik op een andere manier naar de stad kijken, namelijk door de ogen van kinderen. Want als we vanuit dit perspectief kijken voldoet de openbare ruimte dan? Is het er veilig, daagt het uit tot spelen en ontmoeten?
De uitspraak van Gil Peñalosa intrigeert en inspireert mij hierbij.
"Children are a kind of indicator species. If we can build a successful city for children, we will have a successful city for all people”.
Als ruimtelijk ontwerper vraag ik mijzelf af wat de rol is van de openbare ruimte in de afname van het buitenspelen bij kinderen? Waaraan zou deze ruimte moeten voldoen, wat zijn de ontwerpvoorwaarden, en hoe kunnen we deze zo inrichten dat de intrinsieke motivatie voor het spelen in de openbare ruimte gestimuleerd wordt? Openbare ruimtes waar spelen, bewegen en ontmoeten fungeert als ruggengraat van de leefbare stad.
Met mijn onderzoek kom ik tot 6 ontwerpvoorwaarden welke voor mij aan de basis staan voor een kindvriendelijk en sociale stad voor haar toekomstige bewoners. De brede context van deze voorwaarden, van agenderen op beleidsniveau tot de fysieke condities op plek niveau, leiden tot een interdisciplinaire opgave van spelen in de openbare ruimte. Met mijn ontwerp wil ik gemeenten, stadsmakers en belanghebbende inspireren en activeren om met andere ogen naar de publieke ruimte te kijken.
Door toeval ben ik tijdens de start van de afstudeerperiode, door een lezing van de Urbanisten op de HKU, in aanraking gekomen met het project Hofbogenpark. Dit is een van 7 grote stadsprojecten in Rotterdam welke een bijdrage gaan leveren aan de klimaatdoelstellingen in de stad. Het Hofbogenpark is een twee kilometer lang dakpark dat 3 wijken aan elkaar zal gaan verbinden. Dit soort grote groen projecten bieden een enorme kans voor kinderen in de stad en hebben juist deze blik nodig om spelen te inbedden vanaf de start. Op deze casus heb ik de ontwerpvoorwaarden, welke voort zijn gekomen uit mijn onderzoek, geplot om tot een interventie te komen welke spelen, bewegen en ontmoeten stimuleert.